Drie jaar geleden besloot teler Jeffrey Prins zijn uienteelt nauwkeuriger te sturen. Zijn vraag was helder: hoe breng je de factoren die de opbrengst beïnvloeden beter in beeld, zodat beslissingen op het juiste moment kunnen worden genomen?
Door bodem- en gewasanalyses te koppelen aan regelmatige groeivoortgangsbepalingen ontstond een gestructureerd inzicht in wat het gewas nodig had in de verschillende fases van het seizoen. Het waren geen grote interventies, maar vooral tijdige, goed onderbouwde keuzes over voeding, vocht en gewasontwikkeling.
In de uiteindelijke oogst werd zichtbaar dat deze werkwijze effect had: 94 ton uien van goede kwaliteit. Voor Jeffrey was dit vooral een bevestiging dat consistent meten en interpreteren rust geeft in de teelt en bijdraagt aan beter onderbouwde beslissingen.
Deze ervaring staat niet op zichzelf. In een sector waarin steeds meer waarde wordt gehecht aan voorspelbaarheid, risicobeheersing en stabiele kwaliteit, laat dit voorbeeld zien wat zorgvuldig werken kan betekenen:
wie tijdig weet wat er in een gewas gebeurt, creëert de voorwaarden om met vertrouwen te sturen.